Bounty eiland
Door: Esther
Blijf op de hoogte en volg Esther
05 Maart 2015 | Indonesië, Gili Air
Al om zeven uur de volgende ochtend worden we opgehaald om naar de haven te rijden voor de boot naar de Gili eilanden. Ontbijt krijgen we van het hotel gelukkig in een box mee. Als we een half uurtje laten inchecken voor de boot die pas om kwart over negen vertrekt, vragen we ons af waarom we in hemelsnaam om zeven uur weg moesten. We eten dus ons ontbijt maar op, en hangen nog anderhalf uur in de haven rond. Vervolgens is het met de snelle boot toch nog anderhalf uur varen naar de Gili eilanden, voor de kust bij Lombok. Wij hebben de laatste stop, en het grootste deel van de boot stapt bij het eerste, grootste en drukste eiland uit. De drie eilandjes liggen als postzegels in zee. We leggen aan door gewoon zo ver mogelijk het strand op te varen, en via een trapje kunnen we vanaf de voorkant de boot af. Daar staan we dan op een wit strand omgeven door een knal blauwgroene zee, palmbomen en overal koraal om je voeten aan open te halen. Er is geen gemotoriseerd verkeer op het eiland, alleen paard en wagen en fietsen. Ons hotel is beloopbaar, want het ligt gelijk aan de haven. De kamers zijn op zich prima, maar het hele hotel valt ons een beetje tegen na alle leuke plekjes die we hiervoor hebben gehad. Bovendien merk je in het hotel helemaal niks van de 'eilandsfeer'. Het had een tuin met zwembad overal op de wereld kunnen zijn. We hadden toch meer gehoopt op een leuk huisje met uitzicht op zee, zoals we kennen van andere eilanden. Om te kunnen zwemmen en wat te eten, moeten we tien minuten tot een kwartier lopen, omdat het hotel nogal afgelegen ligt. Nu is afgelegen een groot woord voor een eilandje dat ongeveer een vierkante kilometer beslaat, maar toch.
We besluiten het eiland te verkennen, en lopen langs de kust een rondje. Eerst langs de winkeltjes en hippe restaurantjes. Dan de wat relaxtere hotels met strandstoelen (hier hadden we graag gezeten!) om vervolgens over een 'onbewoond' stukje terug te keren naar het hotel. Onderweg stoppen we steeds om iets te drinken, verder doen we niks. Dat niks doen bevalt wel, en bovendien kunnen we niet veel anders. We brengen de dagen hier dus al zwemmend in het blauwe water, snorkelend, uitkijkend op het water en Lombok met een drankje en visetend op het strand door. Ondanks dat we weinig doen, vliegen deze dagen voorbij.